Jongleren met paradigma’s: meer opbrengst uit je onderzoek

Effectief balanceren tussen verschillende onderzoeksbenaderingen

Complexe vraagstukken in zorg, onderwijs en overheid vragen om een veelzijdige aanpak. Uit mijn onderzoek blijkt dat het bewust schakelen tussen verschillende onderzoeksparadigma’s—empirisch-analytisch, actiegericht, interpretatief en ontwerpgericht—leidt tot meer inzichten en effectievere oplossingen. Door te leren jongleren met deze paradigma’s benut je hun sterke punten en voorkom je hun beperkingen.

Introductie

Een paradigma is een samenhangend geheel van overtuigingen, aannames en methoden dat bepaalt hoe we naar de werkelijkheid kijken en hoe we onderzoek uitvoeren. Binnen de onderzoekscontext bepaalt een paradigma niet alleen welke methoden en technieken geschikt worden gevonden, maar ook welke vragen gesteld kunnen worden en hoe resultaten geïnterpreteerd worden.

Iedereen heeft een aangeleerd voorkeursparadigma, afhankelijk van onderwijs, opvoeding, werkervaring en wereldbeeld, wat invloed heeft op hoe problemen worden benaderd en opgelost.

Bij het aanpakken van complexe vraagstukken in zorg, onderwijs en overheid blijkt uit mijn onderzoek dat het hanteren van één enkel onderzoeksparadigma vaak onvoldoende is. Het bewust jongleren tussen verschillende paradigma’s biedt juist mogelijkheden om diepgaand inzicht en bruikbare oplossingen te creëren. Dit whitepaper gaat in op het belang van balanceren tussen vier paradigma’s: empirisch-analytisch, actiegericht, interpretatief en ontwerpgericht.

Je kunt de vier paradigma’s indelen aan de hand van twee assen.

  1. De eerste as gaat over de benadering van het probleem:
    • enerzijds gericht op eerst begrijpen,
    • en anderzijds gericht op doen en proberen.
  2. De tweede as onderscheidt de paradigma’s op het doel van kennisverwerving:
    • enerzijds gericht op objectief bepalen of iets werkt,
    • anderzijds gericht op een specifieke context.

Overzicht van de vier paradigma’s

  • 📐 Empirisch-analytisch: Gericht op objectieve, meetbare kennis en begrip. Maakt gebruik van kwantitatieve methoden zoals testen van hypothesen om feitelijke waarheden vast te stellen.
  • 🎬 Actiegericht: Gericht op het direct toepassen van kennis in de praktijk en reflectief handelen. Gebruikt cycli van plannen, handelen, observeren en reflecteren om praktische verbeteringen te realiseren.
  • 🧠 Interpretatief: Gericht op het begrijpen van subjectieve ervaringen en context. Past kwalitatieve methoden toe om betekenis, interpretaties en sociale contexten te achterhalen en op basis daarvan een beslissing te maken.
  • 🎨 Ontwerpgericht: Gericht op het ontwikkelen en testen van praktische oplossingen. Iteratief en experimenteel, met aandacht voor creatieve innovatie en directe probleemoplossing in specifieke situaties.

Waarom jongleren met paradigma’s?

Volgens het Polarity Management-model van Johnson ligt de kracht in het balanceren van tegengestelde maar waardevolle benaderingen. In plaats van een enkele benadering te kiezen, benadrukt Polarity Management de voordelen van het benutten van meerdere paradigma’s terwijl valkuilen worden vermeden.

In onderstaand diagram zie je als je bijvoorbeeld meer nieuw, ontwerpgericht wil gaan onderzoeken komt dat waarschijnlijk omdat je de nadelen van het oude denken uit de andere paradigma’s ervaart, zoals starheid, trage verandering, te veel focus op een beperkt perspectief of geen mensgerichtheid.
Je ontdekt echter dat de voordelen (creativiteit, flexibiliteit en snelle innovatie) ook nadelen hebben, zoals oppervlakkigheid en korte termijn focus. Om hier niet in te verzanden en juist bredere oplossingsruimte, méér oplossingen te genereren (niet betere, maar meer) is het goed om dan een balletje op te gooien voor een ander perspectief dat meer betrouwbaarheid, diepgang of contextspecifieke kennis en ervaring inbrent zoals empirisch-analytisch, actiegericht of interpretatief.

Als je merkt dat dan de rode lijn van de nadelen weer in zicht komt, gooi je de volgende bal op en blijf je in de ‘positives’.

Polarity Management toegepast op paradigma’s

In complexe omgevingen zoals onderwijs en zorg kunnen spanningen ontstaan tussen de behoefte aan objectieve gegevens (empirisch-analytisch) en het belang van betekenisgeving (interpretatief). Ook zijn er spanningen tussen het direct oplossen van problemen (ontwerpgericht) en reflectief leren in de praktijk (actiegericht). Door bewust te schakelen tussen deze paradigma’s, benut je hun sterktes en compenseer je hun zwaktes.

Voordelen van flexibel paradigma-gebruik

  • Verdiept inzicht door het combineren van kwantitatieve en kwalitatieve inzichten.
  • Verhoogde praktische relevantie door directe actie en iteratief experimenteren.
  • Versterkte reflectieve praktijk door continu te leren en bij te sturen.
  • Verrijkte creatieve oplossingen door ontwerpgericht denken en handelen.

Praktische tips voor jongleren met paradigma’s

  • Herken expliciet wanneer welk paradigma nodig is en gebruik deze bewust.
  • Bespreek actief de waarde van elk paradigma met je team en stakeholders.
  • Bevorder openheid en flexibiliteit door regelmatig paradigma’s te wisselen.
  • Zorg voor reflectie op de voordelen en valkuilen van elk paradigma. Wanneer je merkt dat je vastloopt in de nadelen van een paradigma, zoals bijvoorbeeld:
    • een té smalle focus op meetbaarheid (empirisch-analytisch),
    • een gebrek aan diepgang in praktische toepassingen (actiegericht),
    • het risico van te veel subjectiviteit (interpretatief),
    • of een gebrek aan directe tastbare resultaten (ontwerpgericht),

      is dat hét moment om bewust te schakelen en een ander paradigma ‘op te gooien’. Door te wisselen naar een ander paradigma kun je de beperkingen van het huidige perspectief overstijgen en nieuwe inzichten en oplossingen genereren.

Voor en nadelen van elk paradigma

📐 Empirisch-analytisch paradigma

  • Voordelen: Objectieve waarheidsvinding, hoge mate van betrouwbaarheid en voorspelbaarheid, geschikt voor gestandaardiseerde oplossingen.
  • Nadelen: Minder aandacht voor menselijke beleving, moeilijk toepasbaar in complexe en dynamische contexten, tijdrovend en inflexibel

🎬 Actiegericht paradigma

  • Voordelen: Directe toepasbaarheid in de praktijk, directe verbetering en aanpassing mogelijk, stimuleert actief leren en bijstellen.
  • Nadelen: Soms te pragmatisch, risico op oppervlakkige oplossingen zonder diepgaande theoretische onderbouwing, kan leiden tot ad-hoc acties

🧠 Interpretatief paradigma

  • Voordelen: Diepgaand inzicht in context en menselijke ervaringen, aandacht voor betekenisgeving en co-creatie met stakeholders, rijke interpretaties van complexe situaties.
  • Nadelen: Subjectief en daardoor moeilijk generaliseerbaar, risico op beperkte objectiviteit, mogelijk te veel aandacht voor context en minder voor concrete oplossingen

🎨 Ontwerpgericht paradigma

  • Voordelen: Gericht op praktische, creatieve en innovatieve oplossingen, iteratief testen en verbeteren mogelijk, sterk in complexe situaties met onduidelijke oorzaak-gevolg relaties.
  • Nadelen: Kan ongestructureerd en chaotisch voelen, risico op onvoldoende theoretische onderbouwing, soms te veel nadruk op experiment en minder op systematische kennisopbouw

Bewust jongleren tussen de vier onderzoeksparadigma’s maakt het mogelijk om de sterke punten van elke benadering effectief te benutten, waardoor complexe vraagstukken beter kunnen worden begrepen en aangepakt.

Propositie:

Wil je eens 🌲sparren over innovatie en (team)prestatie? Neem gerust contact met me op. Naast actief in HBO-onderwijs ben ik ook adviseur innovatie en design(thinking) voor (digitale) teams.